Winterse zomer
Een 8uur durende busrit brengt ons naar El Chaltén, onze eerste bestemming in Argentijns Patagonië. Als we na een kwartier de grens reeds bereiken, beginnen we volop ons hongergevoel aan te spreken want we hebben nog een appel, brood, kaas en ander etenswaar in onze zakken zitten. Uit vroegere ervaringen weten we dat eten meesmokkelen over een grenspost niet altijd een even goed idee is. Net op het moment dat we als een zot ons eten naar binnen beginnen te werken, laat een vriendelijke Chileen ons weten dat de Argentijnen helemaal niet moeilijk doen over een fruitvliegje meer of minder. Voor we het weten bevinden we ons op Argentijnse bodem zonder dat er maar iemand naar onze zakken gekeken heeft.
El Chaltén met zijn prachtig berglandschap staat vooral gekend bij klimmers die dit kleine dorpje een bezoek brengen en dit natuurlijk in het zomer-/hoogseizoen. Echter in deze tijd van het jaar is het er doodstil. Overal zie je cafés, restaurants, winkeltjes, hotels... één voor één gesloten. Een mens vraagt zich misschien af: wat ga je er dan in godsnaam doen? wandelen natuurlijk! De nacht voor we arriveren heeft het serieus gesneeuwd dus we bevinden ons in een waar winters landschap dat ons een kerstgevoel geeft (en dit hebben we al sinds lange tijd niet meer gehad). Er hangt geen wolkje aan de lucht en het zonnetje doet zijn werk: ideaal wandelweer dus. Mt Fitz Roy is de bekendste hier dus die moeten we zeker gezien hebben. Na een dik uur wandelen in zo'n 30cm krakende sneeuw krijgen we een eerste glimp te zien. Hij doet ons een beetje denken aan de 3 torens, gekend van onze vorige wandeling maar hij moet zeker niet onder doen voor hen. Gelukkig arriveerden we op tijd want zo'n kwartier later komt er een serieus pak mist opzetten en op 2 minuten tijd is hij en alles rondom ons gewoon verdwenen. We besluiten om terug te keren richting onze eveneens doodstille hostel, die wel open is maar waar we de enige gasten zijn.
De volgende dag wandelen we enkele uurtjes langer naar Laguna Torre. Alweer hebben we geluk met het weer want de mist klaart langzaam op en het zonnetje laat zich maar al te graag zien. We duiken een vallei in op zoek naar de Lagune met uitzicht op enkele torens (ja de torens zijn populair in deze streek). De wandelspirit ontbrak mij een beetje vandaag, maar enorm blij dat Tim mij heeft mee getrokken (niet al te letterlijk nemen) want het uitzicht aan de Laguna was weeral meer dan de moeite waard. Besneeuwde bergen en bossen, stromende riviertjes, blauwe stukken ijs afkomstig van een gletsjer die uitmondt in het meer en dit omgeven door hoge rotsachtige pieken...een waar kerstplaatje.
We laten El Chaltén voor wat het is en keren terug naar El Calafate, gekend om het Los Glaciares NP en meer precies de Perito Moreno gletsjer. Deze enorme, indrukwekkende gletsjer staat overal hoog aangeschreven als niet te missen. Om een idee te geven hoe groot hij is: we hebben geen enkele foto kunnen trekken met de volledige gletsjer er op, zeker straf als je weet dat onze camera een breedbeeldlens bezit (oké misschien niet de beste, maar het is er toch een)! We brengen hem eerst een bezoekje van op het water. Een boot voert ons gedurende 1uur langsheen de muur van het donkerblauw gekleurd ijs. Hierna wandelen we de verschillende paden af zodat je de volledige gletsjer uit verschillende hoeken kan bekijken. Wanneer je een stuk ijs in het water ziet vallen dit gepaard gaande met een oorverdovend geluid, sta je toch even aan de grond genageld.
In El Calafate brengen we enkele gezellige avonden door met Lucas en Lolo die ook in dezelfde hostel verblijven en samen bezoeken we het Lago Argentina op zoek naar Flamingo's (ook wij wisten niet dat deze kunnen overleven in dergelijke koude klimaten). Met succes want we zien zo'n 20 roze exemplaren in het water staan maar niet op 1 poot zoals wij ze gewoon zijn in de Zoo van Antwerpen.
We reizen verder Noordwaarts. Een 24uur durende busrit later bevinden we ons in Puerto Madryn, gekend voor zijn walvissen, pinguïns, orka's, zeehonden... een paradijs dus! Natuurlijk zijn we niet in het juiste seizoen om deze allemaal te kunnen zien maar als de hostel eigenares ons laat weten dat vandaag het walvisseizoen start, krijgen we goesting om direct op de uitkijk te gaan staan. De beste manier om deze dieren te spotten is naar een strand te gaan 20km van de stad vandaan en dit bij hoog tij. Zo gezegd zo gedaan, de volgende dag huren we een fiets en gaan we op verkenning. In het dorp maken we al snel 2 harige vrienden, Dollie en Grande genaamd die samen met ons 'ballenas' gaan zoeken. Als we een heleboel mensen op het strand zien staan, weten we al snel waar het te doen is. We zijn er nog maar net en we zien al zo'n beestje (tussen 12 en 16 meter lang) voorbij zwemmen en dit op zo'n 10 meter afstand. Naast hun vinnen, staart en rug krijg je ook de snuit te zien wanneer ze om de paar minuten aan het oppervlak komen ademen. Zo blijven we een paar uur vol enthousiasme naar deze immense, indrukwekkende dieren kijken. Op de terugweg stoppen we aan een hoger gelegen uitkijkpunt waar een moeder en haar kalfje één voor één boven water komen ademen. Als we na een paar serieuze 'bonken' te horen de zee beginnen afzoeken zien we 3 walvissen hun bekende salto's maken. Ze komen hoog boven water en laten zich met een smak vallen wat dus het geluid geeft dat wij al enkele keren hoorden. Een betere afsluiter konden we ons niet indenken, jammer genoeg was net de batterij van onze camera plat zodat we jullie geen bewijzen kunnen tonen. Het spotten van deze Zuidkapers wordt bij deze toegevoegd aan de hoogtepunten van onze reis!
Aan de andere kant van de stad vind je een zeeleeuwenkolonie die ook het bekijken waard is. Sportief (of gierig omdat we niet willen betalen voor een tour) zoals we zijn nemen we de volgende dag de fiets richting Punta Loma, het reservaat waar deze beestjes te zien zijn. We dachten dat het zien van walvissen dit schouwspel zou overschaduwen, maar neen hoor. Zet een 50 tal brullende zeeleeuwen bij elkaar in een mooi landschap en je krijgt een waar spektakel. Wanneer we 1 verdwaalde pinguïn zien jagen naar vis mogen we zeker niet klagen. Op de terugweg zien we in de verte nog 2 walvissen spelen door hun vin continu op het water te slaan dus opnieuw vandaag was het een geslaagde dierendag.
De Chileense vulkaan heeft voor ons beslist dat we het Westelijk deel zullen moeten laten varen, dus is dit het einde van Patagonië. We trekken richting het alom gekende Buenos Aires op zoek naar gekleurde huisjes, lekker eten en natuurlijk passionele tango avonden.
Zoenen
Tim & Nele
At last we meet, Mr. Torres del Paine
Godverdomme die Chilenen weten iets van tongen draaien. In Santiago was het ons al opgevallen en ook hier in het Zuiden is het van dattum, hoewel minder uitgesproken. Wat ze dan weer niet kunnen in Chili is straten oversteken bij een rood verkeerslicht. Het eerste land gedurende onze reis waar de mensen zo gedisciplineerd wachten op dat groene mannetje. Nu we van enkele locals vernomen hebben dat ze dat niet doen uit schrik voor boetes (tha police doesn’t care) doen wij daar vaneigens niet aan mee!
Dat we ons op dit moment in het zuiden van Chili bevinden hebben we te danken aan een ontmoeting met een Texaan enkele jaren geleden (van een zekere Nele Smet was er toen zelfs nog geen sprake). Toen ik bij een eerste doortocht in Nieuw Zeeland de Milford Track kon wandelen (enkele maanden geleden met verve nagedaan, zal de trouwe lezer van deze blog nu wel denken) was het deze man die me vertelde over een meerdaagse wandeling die hij ooit maakte in Chili. Volgens hem écht de mooiste ter wereld… Het W-Circuit in het Parque Nacional Torres del Paine!
De luchthaven van Santiago (niet echt gezellig te noemen) zijn we ondertussen wel beu gezien. Het feit dat onze vlucht naar Punta Arenas vertrekt om 1u55 am helpt dan natuurlijk niet echt. Wat een schok wanneer we het vliegtuig uitstappen. We wanen ons in een Belgische strenge winter. Op het vroege uur dat wij er neerstrijken is er nog niets open in de stad dus vinden we er niet beter op dan onze plannen nog een uurtje te overdenken in een verwarmd bankfiliaal, in het gezelschap van 2 straathonden (we maken vlot nieuwe vrienden in Zuid Amerika!). Uiteindelijk komt alles weer goed en kunnen we beginnen aan een dagje… plannen. Een van de redenen waarom een mens naar Punta Arenas trekt is de aanwezigheid van enkele reusachtige pinguïn kolonies in de directe omgeving. Spijtig genoeg zijn deze schattige diertjes enkel thuis tussen oktober en maart. De bedenker (s) van de opdracht voor Chili (ga op de foto met minstens 50 pinguïns) zal hier waarschijnlijk niet bij stil gestaan hebben (of net wel?). De kans dat we deze opdracht kunnen vervullen is dus erg klein. Bijzonder jammer want de kolonies hier (eentje met maar liefst 500.000 exemplaren!) lijken ons écht wel de moeite. Weeral een reden om hier ooit weder te keren…
Aangezien we geen interesse hebben in een bezoek aan plaatselijke olie en/of gasvelden of musea over uitgemoorde indianen beslissen we meteen verder te reizen naar Puerto Natales. Ook Ushuaia en Tierra del Fuego laten we dus schieten maar gezien de kou hier, en het feit dat de winter nog maar net begonnen is, lijkt het ons beter zo snel mogelijk aan onze kampeertrip in Torres del Paine te beginnen. We arriveren in Puerto Natales op een zondag in het laagseizoen, en dat is geen goed idee. Niet meer dan een spookstad waar we langer dan een uur door de kou rondzwerven op zoek naar een hostal die wél open is tijdens de winter. We komen bij Rubén terecht in een erg pittoreske hostal, ingericht zoals in overgrootmoeders tijd. Alleen blijkt dit geen fantastische commerciële ingeving van de eigenaar te zijn, het is daar voor de serieus… Postuurkes in het hele huis, uitermate koud met als verwarming een stoof in de keuken (moderne technologie in de jaren 1800) en eigenlijk niet heel proper. Maar doodbrave eigenaars die het ons met hun duivelse vriendelijkheid toch moeilijk maken weer te vertrekken. Als laatste argument: gratis wifi! Verkocht! Want dat wil zeggen dat we nog eens tijd hebben om wat te skypen. We zullen er uiteindelijk 4 nachten slapen…
Op maandag hollen we de kleine stad met houten huisjes rond op zoek naar info over de wandeling, o.a. langs het kantoor van het Nationale Park (Conaf) zelf (dikke amateurs daar). Ook gaan we op zoek naar een tent, slaapzak en matjes om te huren. We tellen uiteindelijk enkele peso’s meer neer voor degelijk materiaal (en zullen ons dat achteraf niet beklagen). Op dinsdag is het dan zover. Rond 11u worden we afgezet aan de ingang van het park waar we verplicht naar info van de parkwachters moeten luisteren. Compleet waardeloos! We aanhoorden 3 verschillende Rangers en allen vertelden ze ons tegenstrijdige dingen. Zo lag er afwisselend wel/geen sneeuw in het park, hadden de kampeerplaatsen wel/geen overdekte plaatsen om te koken etc. We raden de Chilenen toch eens aan in de leer te gaan bij hun Nieuw-Zeelandse collega’s. Wat meer tijd doorbrengen in hun eigen parken zou waarschijnlijk ook al wat helpen.
Een eerste tegenslag laat dan niet lang op zich wachten (ok, misschien een kleine stommiteit mijnentwege). De bestuurder van ons busje was zo dom geweest om te vertrekken met mijn vers aangekochte hippe muts op de achterbank… vergeten dus. Het busje moest sowieso wel ongeveer langs deze plaats terugkeren (met dagjestrippers die naar een gletsjer werden gereden) dus besloten we maar anderhalf uur in de koude wind te wachten. Nele erg happy natuurlijk. Een hele muts later konden we dan eindelijk starten. De wind kwam harder en harder opzetten tot uiteindelijk zo’n 65km/u zo bleek later (uit gegevens van het onbetrouwbare Conaf weliswaar). We vorderden maar moeizaam, Nele werd zelfs tot 2 keer toe letterlijk van de sokken geblazen. Moe maar voldaan (de uitzichten waren dan al prachtig) arriveerden we slechts 18 km verder op onze eerste kampplaats. “Slechts” want het eigenlijke doel was een kampplaats verder, waar we door de miserie met mijn muts niet zijn geraakt. Op de camping ontmoeten we een Frans koppel dat de W in omgekeerde richting heeft gelopen en dus aan hun laatste nacht in het park zullen beginnen. Hun verhalen over ijskoude nachten, een regen/sneeuwbui en een chronisch gebrek aan zon boezemen ons toch een beetje angst in. Warm en sexy gekleed in ons thermisch ondergoed duiken we niet veel later onze tent in, waar het warmer blijkt dan in de gemeenschappelijke keuken van de camping (?!). Die eerste nacht was er geen vuiltje aan de lucht. Ok, slapen op een flinterdun matje is nooit écht aangenaam maar dat weet je wanneer je gaat kamperen.
De tweede dag staat er dan een 22 km op het programma naar de Glacier Grey en het gelijknamige meer. Indrukwekkend! De wandeling begint door een vallei met steile kliffen en al snel zien we grote vogels hoog in de lucht rondcirkelen. Zouden dat Condors kunnen zijn? Geen idee, maar voor alle veiligheid nemen we toch alvast een 10-tal foto’s. Na een viertal uur afwisselend bergop bergaf bos in bos uit te trekken arriveren we uiteindelijk aan de gletsjer. Ne serieuze klepper vergeleken met de exemplaren die we tot dan al hadden gezien. We eten er onze lunch en net voor we weer vertrekken komt zelfs het zonnetje erdoor. Die doet wonderen en goed gemutst beginnen we dan aan de terugtocht langs hetzelfde pad. Ook hier zien we weer 2 vogels hoog in de lucht rondcirkelen. We blijven even kijken en wanneer ze toch eens wat lager voorbijvliegen zijn we toch wel redelijk zeker dat het hier Condors betreft. Coole beestjes! De campingbeheerder bevestigt ons verhaal en vertelt er meteen bij dat onze camping ’s nachts vaak het bezoek krijgt van een poema. Toch maar even opletten als we ’s nachts onze tent uit moeten voor een plasje!
Door de té warme nacht ervoor laten we de extra kleren in de slaapzak voor wat ze zijn en kruipen onder de wol enkel gekleed in ons thermisch ondergoed. FOUT! De volgende ochtend hangt onze tent langs buiten vol ijs, en langs binnen vol water. Op het nippertje zijn we zelf redelijk droog gebleven. Het opstaan verliep dan ook niet zo vlot. Koude handen, koude tenen en stijf van het slapen op een flinterdun matje. Het humeur daalde net als de temperatuur onder nul. Nele heeft ons er daar doorgesleept want ik zag het allemaal niet meer zo goed zitten. Een half uurtje na Nele’s nu al legendarische uitspraak: Ej Makker, GIJ wou wel deze wandeling komen doen hé! Kregen we het weer een beetje warmer en werd de sfeer weer wat prettiger. Ondertussen bevonden we ons alweer in een nieuwe vallei, ook nu weer door een wandeling langs een prachtig meer. Aan de volgende camping ontmoeten we 2 Chilenen en een Spaanse, ook verkleumd van de kou, die ons vertellen dat ze 2 nachten ervoor in een Refugio binnen hebben geslapen omdat één van de deuren openstond. We kijken op ons horloge en besluiten dat als we voortmaken we diezelfde Refugio nog net na het vallen der duisternis kunnen halen. Die veronderstelling blijkt te kloppen, maar jammer genoeg blijkt de Refugio gesloten. Blijkbaar was er toch iemand langs geweest om de deur weer op slot te draaien. We zetten onze ijstent dan maar op en koken in het voorstuk van onze tent in onze slaapzak (bedankt Nele!). Het warme maal beurt ons toch een beetje op en we maken ons op voor een nieuwe koude nacht, deze keer met alle mogelijke kleren aan, die fout maken we nooit meer…
Even later horen we gestommel en geschuifel uit de richting van de Refugio. Het zijn de Chilenen en de Spaanse die ook toegekomen zijn en die toch nog even onderzoeken of ze toch niet binnen geraken. Even later wordt het stil. Wanneer ik me de tent uitwring voor een broodnodig toiletbezoek neem ik toch even het zekere voor het onzekere en werp een snelle blik in de Refugio. Jawel, onze vrienden zaten lekker binnen. Ze nodigden ons uit en even later smeten we al ons gerief door een minivenstertje naar binnen. Er zelf doorkruipen was net iets moeilijker, maar leverde wel enkele grappige foto’s op. We zijn er niet trots op, maar hebben zo toch een redelijk comfortabele nacht gehad. Nog steeds koud, maar niets vergeleken met de condities buiten natuurlijk. Het ijs aan onze tent was de volgende ochtend verdwenen, ook zij was waarschijnlijk blij met deze onverwachte meevaller.
We vertrekken vroeg genoeg om niet geklist te worden en zetten onze weg verder naar het hoogtepunt van de route. De ‘Torres del Paine’. Vrij vertaald: pieken van de Paine. Ook nu weer een afwisselende dag. Jammer genoeg grotendeels verstoord door een dik pak mist. Tijdens de beklimming naar de eigenlijke Torres (en nabijgelegen camping) treffen we een vijftal dagjestrippers die enkel in het park zijn voor dit schouwspel. Ze bevestigen ons allemaal dat de Torres goed zichtbaar zijn, de mist is daar net niet aanwezig. We weten dat het best mogelijk is dat je de Torres een hele dag lang niet kan zien en versnellen een beetje om er diezelfde dag nog te geraken. Dit lukt (moest er een wereldkampioenschap hiking voor koppels bestaan, we kwamen in de buurt van de medailles), en wat een uitzicht. Het was een lange dag geweest maar zulk een plaatje maakt alles goed. Op slag vergeet je de kou en weet je waarom je het allemaal doet! Doordat we kamperen in een bos, goed beschut, valt ook onze laatste nacht al bij al mee en we beslissen de volgende ochtend nog eens terug de steile klim naar de Torres te maken. Het weer zit niet echt mee maar we krijgen ze ook deze keer te zien, wederom geen mist te bespeuren. Enig minpuntje van ons dubbel bezoek: we zagen de Torres nooit met de volle zon erop. Ook hier moeten we dus ooit terugkomen…
Die laatste dag zien we nog serieus af want de afstanden (steeds +20 km) met een zware rugzak beginnen te wegen. Toch halen we de inkom van het park netjes binnen de afgesproken tijd met de transportfirma. Die daagt echter anderhalf uur later op dan afgesproken. We laten in ons beste Spaans ons ongenoegen blijken aan de chauffeur die zich er allemaal niet te veel van aantrekt. Terug in Puerto Natales aangekomen breng ik toch even snel een bezoekje aan het bureau met onze klacht, in de hoop enkele peso’s terug te kunnen vorderen. Een telefoontje met de chauffeur later kreeg ik als uitleg: een platte band gehad. Ik moest meteen aan mijn collega’s thuis denken. Steevast dé uitleg binnen de transportwereld om vergeten werk en/of andere problemen te verdoezelen. Gepakt op mijn eigen vakgebied verdorie!
Een beknopte samenvatting: Torres del Paine, meer dan de moeite waard…. Maar ga toch maar in de zomer!
Zoenen
Nele en Tim
No Comprendo
Een nieuw hoofdstuk in onze reis, Zuid Amerika. Tijd om dat jommekos Spaans vanonder het stof te halen! Vanuit Sydney vliegen we over Auckland (prettig weerzien met de luchthaventerminal) richting Santiago. Zoals velen weten is dit de hoofdstad van Chili. We spenderen hier een viertal dagen vooraleer een nieuwe vlucht ons naar het Paaseiland zal brengen. We navigeren verdacht vlot door de stad tot in onze hostel, mét uitzicht vlak boven de “Plaza de Armas” oftewel het plein waar de stad gesticht werd, niet slecht. Volgens het toeristisch centrum niet echt de meest veilige zone na het vallen der duisternis, maar kom. Aangezien het hier meteen een pakske frisser blijkt beseffen we dat we toch enkele warme kledingstukken missen als we straks de elementen willen trotseren in de Andes. Naast sightseeing houden we dus ook onze ogen open voor trendy wanten, kousenbroeken en ander hip wintergerief (lach maar, onverlaten in het zomerse België!). Op het einde van de rit vinden we jammer genoeg enkel een straatje waar de Veritas jaloers op zou zijn. We hebben echter geen tijd meer om zelf een muts te breien, dus hopen we maar op meer geluk een van de volgende dagen.
Ergens gedurende onze reis (in Japan als ons geheugen ons niet in de steek laat) kregen we de tip om nabij Santiago de stad Valparaiso te bezoeken. Met zulk een klinkende naam kàn het volgens ons niet missen, dat moet een voltreffer worden. We maken een keuze uit de vele busmaatschappijen die deze route aanbieden (Turbus lijkt ons wel betrouwbaar) en nestelen ons in de zogenaamde 5 sterren bus. Niet overdreven, beenruimte te over en een display die ons zaken toont zoals actuele snelheid, naam chauffeur, kms tot bestemming,etc. Interessant! Niet echt het beeld dat wij hebben van bussen in Zuid-Amerika, maar die komen ongetwijfeld nog aan bod in verdere verslagen. Van de rit herinneren we ons echter niet zo bijster veel meer. Tussen Sydney en Santiago liggen immers zo’n 16 tijdszones en dat hebben we geweten. Voor het eerst in dik 8 maanden slaat de jetlag meedogenloos hard toe. Een dag of vijf rondlopen als een zombie volstaan gelukkig om deze aandoening weer af te schudden.
Ook in Valparaiso blijkt het kouder dan wij van het paradijs zouden verwachten. We spenderen anderhalve dag in deze stad met vele oude gebouwen, jammer genoeg bijna allemaal rot en vervallen/verlaten. Het lijkt alsof we zo’n 100 jaar te laat zijn om alle pracht en praal hier te bewonderen. Toch houden we wel van de sfeer in de straten. Ook de Chilenen leven blijkbaar op straat, en het is toch alweer van Singapore geleden dat we zulks hebben mogen ervaren. We amuseren ons een dik uur met het aanschouwen van de plaatselijke zeeleeuwenkolonie, pelikanen en containertrafieken. Maken gretig gebruik van de liftjes die je naar de hoger gelegen delen van de stad brengen. Valparaiso, een leuke dagtrip waard.
Terug naar Santiago, waar we nog een nachtje zullen couchsurfen alvorens naar het Paaseiland te vertrekken. Jamie, onze host, is een ingeweken Australiër die in Zuid-Amerika vertoeft om een documentaire te schieten van een Deense langeafstandloper die zijn eigen wereldrecord tracht te verbeteren. Deze zot loopt van het uiterste zuidelijke puntje in Chili naar Alaska (met 'slechts' 20-30 km per dag neemt hij er volgens ons wel een beetje de tijd voor...). Jamie is wat men noemt een toffe peer en zijn reisverhalen in combinatie met de verhalen over zijn Deense vriend zetten ons met beide voetjes op de grond. Uiteindelijk reizen wij nog in een zekere luxe, alhoewel zonder pinten! Maar daar wil Jamie verandering in brengen, hij neemt ons mee naar het “nachtleven” van Santiago, in dit geval een bandje dat een concert(je) speelt in een plaatselijk bruin café. We maken er kennis met Pisco Sour, een drankje waarvan we de komende maanden nog wel meer zullen horen. Gezellig, maar we trekken toch op tijd zetelwaarts om de volgende ochtend onze vlucht niet te missen. (maar niet zonder een andere nationale specialiteit te proeven, de Empanada con carne)
Isla de Pascua, een eiland vol mysterie. Wat betekenen de beelden, hoe zijn ze daar gekomen, wiens idee was het om ze van die belachelijke hoeden te geven…. zoveel vragen. 6 volledige dagen om daar een antwoord op te vinden. En die antwoorden hebben we gevonden ook, per mountainbike nog wel. Belangrijke tip voor mensen die binnenkort een tripje naar het Paaseiland plannen: haal een rijbewijs voor moto’s! Dit heb je nodig om een eenvoudig (en betaalbaar) scootertje te huren (?). Wij hebben ons dus moeten beperken tot de fiets, kwestie van alle spieren regelmatig eens te trainen! Ook niet onbelangrijk: sla voedingswaren in op het vasteland. Naast overdreven duur zien het vlees en de groenten er vaak uit alsof ze per roeiboot de ±2300 km vanuit Santiago hebben afgelegd…
Even serieus, Paaseiland is een paradijs! Bijna op alle sites lopen we alleen rond, wat het mysterie enkel aanwakkert. Slechts een handvol sites werden gerestaureerd (alle beelden op het eiland werden ooit vernield in oorlogen tussen de eilandbewoners onderling en/of door een tsunami omvergeworpen) maar ook dat komt de sfeer enkel ten goede. We spreken de cadeaus van vrienden en familie weer aan en hijsen ons nog enkele keren in het duikerspak. Bangelijk! We zien zo’n 30 meter ver onder water (slechts de helft van een écht goede dag volgens de locals), als je weet dat we op het Great Barrier Reef het soms met “slechts” 7 meter moesten stellen… En dat water zó blauw kan zijn weten we nu ook sinds kort. Het leven onder water is natuurlijk niet te vergelijken met Australië maar toch beleven we een nieuw hoogtepunt wanneer onze gids een kogelvisje vangt en we er even mee kunnen spelen. Waarschijnlijk niet al te gezond voor het kogelvisje in kwestie trouwens… waarvoor onze excuses!
Zoenen
Nele en Tim
Rode romantiek
Kan het eigenlijk nog beter in Australië dan het Great Barrier Reef? We verlaten Cairns in een nieuwe relocation camper om dat te ontdekken. Weer leggen we ontelbare kilometers af langsheen een landschap dat snel begint te vervelen. De algemene conclusie is dat Australië gewoonweg té groot is, hier zou men toch wel eens iets aan mogen doen! Deze camper brengt ons in sneltempo via de kortst mogelijke weg naar Alice Springs, de zelfverklaarde toegangspoort naar het beroemde Red Centre (deze keer wel juist geschreven).
Wat we zullen onthouden van deze 4 daagse rit:
- Een arend die wegvliegt met zijn prooi, zijnde een slang
- Een aangereden koe langs de weg (eens iets anders)
- Onze passage doorheen Mt Isa, de grootste stad ter wereld!! (oppervlaktegewijs dan toch)
- De Devils Marbles, onze enige echte geplande toeristische stop gedurende 2380 km
- Een ontmoeting met een Dingo aan diezelfde Devils Marbles
- De ongelooflijke luxe van onze camper voor 5 personen (maar liefst 3 dubbele bedden)
Geen hoogvlieger kortom! Wanneer we in Alice Springs aangekomen enkel zatte, tierende, niet zo fris uitziende (sorry, meer kunnen dit écht niet verbloemen) Aboriginals aantreffen (in de “grote” winkelstraat dan nog) twijfelen we toch even of we de goede keuze hebben gemaakt.
Gelukkig starten we de volgende dag meteen een 3 daagse kampeertrip naar Uluru en Kings Canyon. De rit van Alice Springs naar Uluru NP duurt zo’n 4 uur en gids Ray vraagt alle aanwezigen even aan de micro om zichzelf kort voor te stellen. Iedereen doet hier vlot aan mee en de spits wordt afgebeten door Jeremy, een homo uit Sydney. Het allergrootste figuur dat we op onze reis mochten ontmoeten tot hiertoe, zonder enige twijfel! Zijn grappige manieren en ronduit schokkende uitspraken zorgen ervoor dat de ganse bus meteen plat gaat, de trend werd gezet voor de ganse trip. De rest van het gezelschap bestaat uit een viertal Duitsers, minstens evenveel Zwitsers (een homofoob volk blijkbaar, bijzonder grappig) een Slovaakse, 6 Aziatische meisjes (een makkelijk publiek voor extreem flauwe grapjes mijnentwege) en 2 Nederlandse meisjes. Het groepsgevoel brengt het beste in iedereen naar boven en het mag gezegd worden, we maken plezier. In deze low budget tour verwacht men van elke deelnemer hulp bij het koken, afwas, kampvuur etc. en Ray weet ons dan ook constant te entertainen.
Wat we te zien krijgen is natuurlijk ook niet mis. Na een eerste keer Uluru oftewel Ayers Rock op foto vast te leggen rijden we naar Kata Tjuta oftewel The Olga’s. We maken er een prachtige wandeling doorheen The Valley of the Winds en keren dan terug naar Uluru om er de zonsondergang mee te maken, romantisch (volgens Jeremy). We keren terug naar ons basiskamp en nuttigen ons diner (BBQ met oa Kamelenworsten) bij het kampvuur. Kort na de afwas verdwijnen de eersten naar hun swags. We slapen immers onder de sterrenhemel en doen dit in ware pioniersstijl. Naar uitstekende gewoonte kruipen wij zowat als laatste onder de euhm… canvas voor een korte nachtrust.
Om 5 uur gaat de wekker (Ray slaat wat pannen rond onze oren) en we reppen ons om de zon te zien opkomen bij Ayers Rock (romantisch, volgens Jeremy). Een prachtig kleurenspel later worden we in het Cultureel Centrum gedropt om snel wat bij te leren over onze vrienden de Aboriginals. Tot 70 jaar geleden leefden deze nog gewoon zoals oudsher rond hun rots, tot één of andere toerist vanboven in één van de waterholen heeft gezeken en zo de enige waterbron voor de bewoners heeft vervuild (zo heb ik het alvast begrepen). Hierna kregen we de keuze tussen een wandeling rond Ayers Rock of de steile beklimming ervan. Voor de Aboriginals is Ayers Rock heilig en eigenlijk vragen ze dat je ze niet beklimt. Wij en 8 anderen negeren dit verzoek compleet en beslissen dit toch te doen. Voor ons in ieder geval de moeite waard. Enorm steil op sommige stukken ook, maar fit als we zijn was dit geen enkel probleem.
De rest van de dag brengen we door in ons busje en spelen we spelletjes. Tegen valavond bereiken we ons nieuwe kamp in de buurt van Kings Canyon. Vrij vertaald uit het Aboriginees verbleven we in het “Huilende Dingo kamp”. Niet gelogen bleek niet veel later! Sommige meisjes uit de groep zagen er dan al een beetje tegenop om te gaan slapen. Na het wederom uitstekende diner gevolgd door een rondje marshmallow roosteren aan het kampvuur bekende Ray dat zijn groep een week eerder het bezoek had gekregen van enkele Dingo’s. Deze snuffelden dan lustig aan swags en trokken de camping rond op zoek naar voedsel. Maar geen nood, zolang het kampvuur aan de gang blijft durven ze niet dichter te komen. Perfecte timing want op dat moment werd het laatste restje brandhout opgediept en op het vuur gesmeten. Kort nadat iedereen was gaan slapen werden we dan getrakteerd op luid gehuil uit de bosjes vlakbij. Jammer genoeg (voor ons dan, sommigen dachten daar heel anders over) was dat het laatste dat we hoorden en/of zagen van deze zwervers.
We mochten een kwartiertje langer slapen van Ray alvorens we richting Kings Canyon voor een nieuwe zonsopgang (romantisch, volgens Jeremy). Kort daarna vertrokken we voor een wandeling van 6km die uiteindelijk net geen 4 uur zou duren. Wederom dik de moeite! Dit bewijzen de in totaal bijna 350 foto’s die we op 3 dagen tijd (weeral) hebben genomen De tour zat er dan eigenlijk op. Een 5 uur durende busrit later arriveerden we dan weer in onze hostel te Alice Springs. Zoals dat gaat na een tour gaat het merendeel achteraf eten en enkele (?) pinten nuttigen. Zo ook deze keer, en dat hebben ze in Alice Springs geweten…
Zoenen
Nele en Tim
Great Barrier Reef
Na een korte vlucht dwars door Australie belanden we om 4u 's nachts in de luchthaven van Cairns. Daar zoeken we ons een knus bankje uit om nog een uurtje of 3 te dutten.
Dit lukt verbazend goed en wanneer de luchthaven om 7u wat begint te leven beginnen wij aan onze zoektocht naar een geschikte hostel. Onze Rough Guide fluistert ons in het oor dat er een hostel in
Cairns bestaat waar je ook kan kamperen. Aangezien wij ons tentje nog lang niet beu zijn (bwah) en telefonisch vernemen dat we hier ook gratis wifi kunnen vangen, is onze keuze gemaakt.
Na enkele mislukte pogingen is het ons eindelijk gelukt, met Tropic Days vinden we een propere, toffe & goedkope hostel in Australie. De eigenaars zijn overdreven vriendelijk en jofel, maar al snel leren we dat de big business hier niet de hostel is, maar wel het boeken van tours (en het vangen van commissie daarop). Het moet gezegd, ze weten van aanpakken want zowat alle klanten boeken hun tour wat graag bij hen. Ook wij doen dit uiteindelijk (omdat we bij hen een kleine korting kunnen krijgen).
Na drie dagen uitrusten (in Cairns valt niet veel te beleven als je geen geld wilt uitgeven aan bungee, crocodile farms of cruises) beginnen we aan onze eerste trip naar het Great Barrier Reef (GBR). Al in Maleisie hoorden we over een maatschappij (Reef Experience) waar je, na een betalende trip, aan boord kan blijven om te werken in ruil voor kost en inwoon + gratis duiken (vrijwilligerswerk maw). We besluiten dit een kans te geven. Enkele dagen werken op een jaar moet kunnen, toch? Het plan: we blijven anderhalve dag aan boord als passagier (met 6 duiken) en blijven dan nog 2 nachten extra als hostie (dagelijks 2 duiken gegarandeerd, met optie op 2 bijkomende duiken afhankelijk van de grillen van de purser, een maritiem woord voor manager).
We hoeven jullie niet uit te leggen dat die eerste anderhalve dag veruit de beste was... In Australie is het de gewoonte dat je als gediplomeerd duiker enkel met je buddy het water inplonst, zonder gids dus. Het zou dus onze eerste ervaring worden om enkel met ons tweetjes te duiken. Met slechts 6 duiken op onze cv waren we hier toch niet helemaal gerust in... onterecht zou later blijken want wij blijken een pakske te kunnen duiken! Reef experience bezoekt een drietal verschillende riffen (slechts een fractie van de meer dan 2900 die deel uitmaken van het GBR). Hastings, Norman en onze favoriet, Saxon Reef. Bij elk rif heeft de maatschappij een drietal verschillende opties, zogenaamde dive sites. De kapitein beslist dagelijks, op basis van de weersvoorspellingen welke sites worden aangdaan. We beginnen onze trip op het Norman Reef. Het duurt niet lang of Nele's grote levensdroom komt uit, we zien onze eerste schildpad (Green Sea Turtle om precies te zijn). Iedereen gelukkig, eindelijk gedaan met dat gezaag! Wat ons meteen opvalt is het verschil in zichtbaarheid met onze duiken in Thailand. Hier is die toch een pak minder. Volgens sommigen een gevolg van de cyclonen in Januari, volgens anderen dan weer de opwarming van de aarde, volgens mij gewoon de schuld van de Aboriginals, wie zal het zeggen? We zien te veel om op te noemen die eerste paar duiken... Alhier een ruime selectie uit het aanbod, voor ons de meest spectaculaire vis(jes). Gewoon even googelen en u kunt ook alweer volgen. Whitetip Reef Shark - Grey Whaler Shark - Red Lionfish - Maori Wrasse (joekel van 2m) - Hawksbill Sea Turtle - Moon Wrasse - Giant Moray Eel - Buffalo Parrotfish - Giant Trevally (tijdens nachtduiken) en vele anderen. We volgen ook een vooraf uitgekiende strategie: vrienden maken op de boot die in het bezit zijn van een onderwatercamera! Zo geraken we als het goed is nog aan enkele foto's uit de onderwaterwereld in ons strakke duikerspak. Hopelijk binnenkort terug te vinden op onze nieuwe blog!
Dag 2 klokslag 13u worden we bij de lurven genomen door Tori, de purser van dienst. Tori is 19 jaar oud en tevens de dochter van de eigenaar. Ons eerste werknemer-baas gesprek begint een beetje met een valse noot. Tori tracht ons onder druk te zetten om een hostie T-shirt te kopen voor de belachelijke prijs van 15 AUD 't stuk. Op de koop toe zijn er enkel XL'ekes in het oranje verkrijgbaar. U weet dat we beiden erg zijn afgevallen, dus een XL t-shirt MOETEN kopen lijkt ons van het goede teveel. We weigeren en ons Tori neemt dat niet zo goed op. Een korte discussie later geeft ze het toch op, ze zal ons dan wel jobs geven waarbij we niet in contact met klanten hoeven te komen (wij vrezen het ergste). Achteraf blijkt dit allemaal blufpoker en doen we gewoon net hetzelfde werk als elke andere hostie aan boord. Gelukkig betert onze relatie met Tori al snel wanneer blijkt dat wij top hosties zijn (haar eigen woorden, wat een compliment!). De andere hosties, meestal tussen 18-20 lentes oud, houden er niet zo van hun handjes vuil te maken of zijn extreem traag, of nemen elke 10 minuten pauze voor het consumeren van een sigaret, ge kent dat wel. Staren is hun grote specialiteit, vooral naar afwas dan. De jeugd van tegenwoordig, die weten niet meer wat werken is! Onze ontluikende hostie carriere valt samen met het Paasweekend, wat een verkeerde keuze blijkt! De boot zit stampvol, een van de drukste periodes van het jaar. Gevolg is dus dat we lange dagen werken (van 5.30 tot 22.30 is het record) en slechts het minimum aantal duiken krijgen. Gelukkig zijn enkele van de echte crew leden meteen onze beste vrienden, zo kunnen we hier en daar toch nog wat plezier maken aan boord. Het duiken maakt wel alles goed, en uiteindelijk zijn we het erover eens dat Tori dat zo slecht nog niet doet voor haar leetijd. Papa mag trots zijn op zijn dochter! Vermeldenswaardig zijn de nachtduiken. Bij de meeste plaatsen die Reef Experience aandoet stikt het 's nachts van de Giant Trevally. Deze vissen zijn carnivorisch van nature en houden ervan te jagen dmv het volgen van de zaklampen van duikers. Rustig even schijnen op een klein onschuldig visje en voor je het weet is dat onschuldige visje opgevreten door deze 1.5m grote zotten. Je kan natuurlijk ook op het laatste moment wegschijnen om het visje in kwestie te redden (maar dat vergt verdomme perfecte timing ;-). Even ontstond er onderwaterpaniek toen er een Trevally of 5 op een door ons in het vizier gekregen schildpad vlogen, maar gelukkig blijken deze niet op het menu te staan! We hadden het onszelf nooit vergeten!
Na 4 lange dagen komen we oververmoeid weer aan in onze nieuwe thuis, Tropic Days. Hier lopen we Kai en Iris (bekend van het vorige verslag) tegen het lijf, wat een verrassing! Zij zijn vroegtijdig uit Darwin gevlucht omdat de nationale parken daar nog steeds onder water staan, zonder 4x4 valt daar weinig te bezoeken. Al snel realiseren we ons dat ook wij daar dus niet meer gaan geraken. Het heeft weinig nut veel geld uit te geven voor auto, trein of vliegtuig om uiteindelijk weinig tot niets te kunnen bezoeken. Kai en Iris plannen een tripje rond Cairns van 2 dagen alvorens zij richting Brisbane vertrekken. Of wij anders niet even meewillen? Gaarne! Zo hebben wij ook de kans het tropische regenwoud in Queensland toch nog een beetje te verkennen. Gezien we de huurauto met ons vieren bezetten kunnen we zelfs de prijs nog serieus drukken.
In 2 dagen bezoeken we Cape Tribulation (deed ons erg aan Zuid-Thailand denken) en de zogenaamde Tablelands ten westen van Cairns. Zeker geen slechte 'roadtrip', maar voor ons niet overdreven spectaculair. Vermoedelijk werden we wat regenwoud betreft al te veel verwend in Thailand en Maleisie, en wat watervallen betreft hebben we toch indrukwekkendere dingen gezien in Nieuw Zeeland. Klinkt een beetje arrogant... We hoopten op deze trip ook wat indrukwekkend wild te aanschouwen, maar helaas. De Saltwater Crocs gaven niet thuis (niet overdreven hard achter gezocht, want deze beestjes kom je liever niet van dichtbij tegen) en ook de Cassowary (loopvogel van 2m) bleek onmogelijk te spotten. Sommigen onder ons (lees: alle aanwezigen behalve mezelf) hadden wel het geluk een Platypus te zien in Tennant Creek. Al heeft Nele deze schattige rakker niet op foto kunnen vastleggen en is het dus niet officieel bewezen dat ze er wel degelijk eentje heeft gezien!
Ondertussn vielen weer enkele puzzelstukjes op zijn plaats, en konden we een nieuwe relocation deal vastkrijgen van Cairns naar Alice Springs (Red Center). Gezien we pas op 5 mei kunnen vertrekken hebben we nog tijd om voor 3 nachten als hostie terug te keren naar Reef Experience! Daar aangekomen staan enkele passagiers op het punt de kapitein overboord te kieperen. Wegens het 'slechte weer' heeft de boot al een volledige week niet bewogen. Jammer genoeg voor alle aanwezigen ligt hij dan nog op de saaiste dive-site denkbaar. Zelfs overdag is hier niet overdreven veel leven, maar vooral 's nachts is het huilen met de pet op. De kapitein van dienst bleek dan de eigenaar himself te zijn, en navraag leerde ons dat deze wel eens meer het 'slechte weer' inroept om het benzineverbruik wat te doen dalen... schandalig want deze trips zijn niet echt goedkoop te noemen! De volgende dag kwam er gelukkig een nieuwe kapitein aan boord... verlossing. Deze tweede keer bleek het hostie team wel mee te vallen. Dit in combinatie met een bijna lege boot (meer crew dan passagiers) maakte dat we wel tijd hadden voor extra duiken. In totaal doken we nu 24 (Tim) en 21 (Nele, enkele keren moeten passen wegens het opspelen van de sinussen) keer in het Great Barrier Reef, en dat kan al tellen. De laatste dagen maakten we kennis met Jean Michel (Jean-Mi voor de vrienden), een Fransman op pensioen die al meer dan 700 duiken op zijn naam heeft staan. Als speeltje had hij een videocamera meegebracht (totale waarde 4500 EUR!). Vermits hij alleen was, en enkel wij in het Frans met hem en zijn vrouw konden communiceren, vroeg hij ons of hij met ons mocht duiken. Hier zeggen wij natuurlijk niet nee tegen. Op het eind van zijn verblijf mochten we voor 5.5 GB aan video's kopieren. Momenteel missen we het juiste programma om deze af te spelen, maar zodra dit in orde komt ---> beelden op onze blog verkrijgbaar!
Zoenen
Nele en Tim
Gorgelicious WA
De reden waarom jullie zo lang niets van ons gehoord hebben is gelukkig niet omdat we gearresteerd werden aan de grens voor het smokkelen van groenten en fruit! De reden is simpel... we hadden zoveel pret dat we de afgelopen weken gewoon niet aan jullie hebben gedacht!
Ok dat laatste is gelogen, maar het is wel heel erg tofkens geweest. Bijna meteen na de eerste relocation volgt de tweede richting Perth. Ook van Adelaide zien we dus niet al te veel. In Adelaide slapen we voor de tweede keer bij een local thuis via het bekende zetelsurfen. Beter gezegd we slapen in een groot dubbel bed want Sam, onze gastvrouw, staat haar slaapkamer af en slaapt zelf op de zetel... straf!
Er gaat wat puzzelwerk vooraf aan de relocation naar Perth. We willen dolgraag 2 nationale parken bezoeken in deze 6 dagen maar welke route we ook uit onze mouw schudden, we komen steeds op te veel kilometers uit (de verhuurmaatschappij laat je toe de kortste afstand + 550 extra kms af te leggen). We beslissen dan maar om te vertrekken en onze neuzen te volgen. Te veel kilometers rijden mag wel, maar dan moet je natuurlijk bijbetalen. Eerst hebben we dit er nog wel voor over maar nadat we de eerste dag al wat kms verloren rijden (Nele als co-piloot, vandaar) beslissen we al snel Esperance en zijn witte stranden uit het programma te schrappen. Zo kunnen we zorgloos het Flinders Ranges NP bezoeken. Een blitzbezoek want door de beperking in dagen van zo'n relocation moeten we dagelijks toch een groot aantal kms afleggen. We wandelen in recordtempo de Wilpena Pound op (natuurfenomeen dat door onze foto's niet echt eer aangedaan wordt, misschien toch even googelen als lezer) en slapen net buiten het park (14 dollar camping fee uitgespaart). Na de pikkeboeven in Nieuw Zeeland is Nele niet meer zo gerust heel alleen op een donkere parking en wanneer er laat in de avond een andere wagen arriveert en heel verdacht zijn lichten dooft (!), wordt er even overwogen om over de kookpanelen naar het stuur te kruipen en met gierende banden te vertrekken. Gelukkig zegeviert het gezond verstand en blijven we staan, zonder dramatische gevolgen.
Na de Wilpena Pound duiken we voor 3 dagen de woestijn in. In 3 dagen door de Nullarbor... je kan er geen boek over schrijven. We kamperen één nacht vlakbij enkele steile kliffen en diezelfde nacht krijgen we een schattig muisje op bezoek in onze camper. Een andere avond kamperen we letterlijk naast Pildapena Rock. Een miniatuur versie van wat we later in Hyden en later hopelijk ook nog in het Red Center te zien gaan krijgen. Nele is in grootse vorm en staat die ochtend op voor de zonsopgang op de rots. Nog geen nanoseconde uit de camper merkt ze een kangoeroe op vanboven op diezelfde rots, met een leuke foto tot gevolg. Dit alles zonder mij wakker te maken, waardoor ik dit schouwspel moet missen. Het zal voor eeuwig een struikelblok in onze relatie blijven. Zo hebben we het dan wel gehad met hoogtepunten. Wél een hele ervaring was het rijden op zich. De uitgestrektheid van Australië wordt een mens op deze manier wel heel duidelijk!
Na de woestijn arriveren we in de Goldfields Region. Ook weinig over te melden eigenlijk. Jammer genoeg hebben we geen goud gevonden en voor ons viel er hier dan ook niet te veel te beleven. We rijden al een heel stuk door zodat we de wagen op de laatste dag vroeg kunnen inleveren, want te Perth wacht ons wederom heel wat planningswerk. Daar wachten immers Kai en Iris op ons, bekend van de aardbevingsbus in Nieuw Zeeland. Na opzoeken, vergelijken en enkele telefoontjes (dank u gratis internet in de bibliotheek) blijkt het huren van een klein autootje per koppel in combinatie met kamperen de goedkoopste oplossing. Dan beginnen de problemen echter pas. De limiet van Nele's kredietkaarten is zo goed als bereikt en gezien de mijne werden ontvreemd kunnen we geen huurauto betalen. We kunnen geen kant meer op! De oplossing: laat iemand anders voor je huurauto betalen. Kai en Iris moesten hierover niet lang nadenken en zodus konden we 1 dag later dan gepland toch vertrekken. Om de kosten te drukken kopen we in de plaatselijke Macro keten een tent, matjes en een kookvuurtje tegen de schappelijke prijs van een 30 EUR. Het moge duidelijk zijn dat de kwaliteit van de gekochte goederen te wensen overlaat. Het kookvuur overleeft de eerste week zelfs niet en de tent is eigenlijk te klein voor mensen die groter zijn dan 1m40. Als ik me diagonaal leg past het net. Slachtoffer van dienst is dan wel Nele want ook zij moet dan plaats inleveren. Een grappig zicht dat zich de volgende 2 weken vaak zal herhalen. Ook is de tent niet meteen van het waterdichtste soort... Gelukkig heeft het op die moment al 59 dagen niet meer geregend rond Perth, we kruisen dus onze vingers.
We begeven ons Noordwaarts richting Nambung NP en zijn beroemde Pinnacles en maken onderweg nog een tussenstop in Yanchep NP omdat daar nog wat koala's t spotten vallen. We zijn 's avonds onder de indruk van de zonsondergang bij de Pinnacles (iets minder van de hoeveelheid vliegen) en blijven iets te lang hangen. Gevolg: we rijden niet ver meer (niet aan te raden met Kangoeroes op de baan) en maken noodgedwongen een stop bij een rest area net naast de baan. De vliegen van overdag ruimen dan plaats voor motten 's nachts en zonder overdrijven: dat waren er 948. Een lichtje gebruiken om de tent op te zetten was bijna onmogelijk. Een eerste keer irriteren we ons aan de omstandigheden in en rond de tent...
De volgende dag rijden we naar Kalbarri alwaar we bijna een hele namiddag verschijten met wachten op Kai en Iris. Na een lang verhaal met prijzen en problemen met de terms en conditions van hun huurauto zijn zij uiteindelijk een dag later dan ons vertrokken. Geen pretje want zelfs in centrum Kalbarri zitten er veel te veel vliegen, van het lastige soort dan nog. We doen daar de aankoop van de eeuw, een vliegennet! We slapen illegaal in onze wagen in het centrum en de volgende ochtend worden we herenigd met onze reisbuddys. We beginnen aan een tocht die ons langs mooie gorges (ravijnen), blowholes, vliegen, king waves, dolfijnen, vliegen en een schildpad (enkel van toepassing voor Tim, tot grote woede van Nele) naar Cape Range NP en het Ningaloo Reef brengt.
Het Ningaloo Reef staat wat in de schaduw van het Great Barrier Reef aan de Oostkust maar mag zeker niet onderschat worden. Alvast één voordeel: het Ningaloo Reef kan je makkelijker bereiken want op sommige plaatsen ligt dit nog geen 10 meter van het strand af. We snorkelen daar menig partij en kunnen er niet genoeg van krijgen. We zien verschillende tropische koralen bewoond door schattige visjes, enkele haaien en een schildpad (enkel van toepassing voor Tim, tot nog grotere woede van Nele). Die nacht worden we wel verrast door een onweer en moeten we uit onze tent vluchten. Noodgedwongen brengen we dus opnieuw een nacht door in de auto. Omdat we al talloze verhalen hebben gehoord van overstroomde nationale parken, afgesloten wegen en andere horror besluiten Kai en Iris de volgende ochtend uit het park te vluchten. Wij geven het weer nog even een kans en beginnen de dag met een wandelingetje naar nieuwe gorges alwaar we een zeldzame soort Rock Wallaby mogen aanschouwen. Kort na de middag trekt de hemel alweer open dus kunnen we nog een namiddagje snorkelen. Hier hebben we weer een ontmoeting met een Blacktip Reef Shark. Waar deze beestjes normaal langs de grond voorbijzwemmen (uit uw richting) kwam deze rakker echter op ooghoogte zwemmen (in onze richting). Toen hij dicht genoeg was en zag hoeveel wij de laatste 7 maand zijn afgevallen zwom hij gelukkig weer weg. Even blazen!
Een dag vroeger dan gepland verlaten we Ningaloo en trekken we 700 km landinwaarts naar een volgend hoogtepunt: Karijini NP. Hier kan je kamperen tussen de dingo's (niet gezien) en wandelen in de mooiste gorges tussen de pythons (niet gezien). Sommige van deze gorges kan je enkel al zwemmend doorkruisen, en bij andere moet je serieus wat klauteren om verder te geraken. De vele wandelingen brengen ons naar de mooiste plaatsen en swimming holes. Een actieve dag, de beentjes gaan los! We maken naar goede gewoonte heel wat foto's, en zoals zo vaak vinden we achteraf dat onze foto's de schoonheid niet echt volledig weergeven. Een aanrader voor elke bezoeker aan Western Australia in alle geval, al moet je er wel een eindje voor rijden.
Na Karijini nemen we afscheid van Kai en Iris na een fantastische week samen. Wie weet zien we elkaar nog eens terug in Cairns of Sydney! Vermits we vroeger uit het Ningaloo MP vertrokken waren hadden we nog een dagje over. Omdat we geen dingen willen missen besluiten we toch nog naar Esperance te trekken, zo'n 1200 km zuidwaarts. Bekijk het als een dagtrip naar het zuiden van Frankrijk.... Onverantwoord eigenlijk maar toch hebben we er geen spijt van. We zien de witste stranden, kamperen op de beste camping tot nu toe en hebben eigenlijk enkel spijt dat we daar geen dag of 2 langer hebben kunnen doorbrengen.
We brengen onze huurauto in extreem vuile staat weer binnen (rood stof kruipt waar het niet gaan kan) en skypen met familie in het zonnetje aan de bibliotheek te Perth alvorens we het vliegtuig nemen richting Cairns, dwars door Australië. We gaan duiken in het Great Barrier Reef en kijken daar enorm naar uit!
Zoenen
Nele en Tim
REACTIES
Swaelen zegt 10 dagen 18 uur geleden:
Misschien wel 14 dollar, maar alvast geen dt fout uitgespaarD!!!
Hilde e Hugo zegt 13 dagen 9 uur geleden:
geen betere reportage dan deze.
Wij zien het al zo voor onze ogen.
wij zien of voelen de muggen gelukkig niet, laat die daar maar.
Groetjes en tot later
Lies zegt 13 dagen 19 uur geleden:
Raar om al die plaatsen en namen te lezen en eigenlijk niet te weten waar ze zich bevinden of wat er te zien is.
Wij hebben 4 maand door Australië gereisd en duidelijk niet genoeg gezien!!
Amuseer jullie nog
Heidi zegt 14 dagen 10 uur geleden:
Wat een mooie foto`s, en ja Tim, wat jammer van die zonsopgang :). Kreeg wel een beetje jeuk van al die vliegen, bah. Geniet maar lekker verder. X
East vs West
In Australië is alles anders (aldus een rugzaktoerist in Nieuw Zeeland die anoniem wenst te blijven).
Zonniger, en duurder naart schijnt. Die clichés worden meteen bevestigd wanneer we kennis maken met Sydney. Nog een cliché: in Australië heb je meer 'Party Hostels'. Jeugd alreeds verloren voor de maatschappij die Down Under trekken om te feesten. Bij dat feesten hoort natuurlijk meiskens versieren. En de lelijke rosse uit onze kamer had toch wel prijs zeker! Hij bracht het meisje in kwestie dan maar mee naar de kamer voor een partijtje kleurenwies. Minder interessant voor de andere aanwezigen. Geen erg voor ons want met onze oorstoppen hebben wij er al bij al weinig last van gehad (filmen en op Youtube zetten was de andere, grappigere, optie geweest). De Amerikaan in het bed boven de tortelduifjes dacht er echter anders over. Luid vloekend verliet hij de kamer. Zijn verklaring achteraf: toen ze een tweede keer begonnen had ik het ermee gehad... Niet veel later, vermoedelijk erg geschrokken, verlieten ook de lelijke rosse en zijn vlam de kamer. Dit liet mij natuurlijk toe eens een goede blik op het wild te werpen. Serieus, als mijn dochter zich later zo zou durven kleden... onterven en buitensjotten maar! Mijn Salukes Hé gecombineerd met mijn beste glimlach waren gemeend, maar zij kon daar niet zo mee lachen. Vermoedelijk omdat ze geen Nederlands verstond zeker?
Sydney dus: Als heuse toeristen bezochten we de Botanical Gardens, het Opera House, de Harbour Bridge etc. Een stad die ons wel bevalt. Natuurlijk trekken we ook naar Sydney's bekende stranden. Bondi Beach voor de patsers en Manly Beach voor de hippies. Op Bondi vindt er een heuse Surfwedstrijd plaats, wij begrijpen er alvast gene zak van, maar de beste heeft vermoedelijk gewonnen. Ook zien we er één van de legendarische Lifeguards aan het werk (zie foto's).
Ook in Sydney kregen we enorm goed nieuws te horen. Sinds 13 maart jongsleden zag de kleine Mattias het levenslicht te Gent (hopelijk zullen we hem later kunnen verstaan in het Antwerpse). Vanaf heden mogen wij ons dan ook Meter Nele en Nonkel Tiwi noemen! Proficiat kleine Mattias...
Sinds enkele weken worstelen we met de vraag waar we in Australië naartoe willen. Het land is zo immens dat je met een reistijd van 2 maanden keuzes zal moeten maken. Wat we zeker willen bezoeken zijn het Red Center (inderdaad, die rots daare) en het Great Barrier Reef (nu we toch kunnen duiken). De Ooskust zou dus het meest voor de hand liggen. Toch kiezen wij uiteindelijk voor de Westkust om verschillende redenen. Een niet onbelangrijke reden: om Party hostels zoals hierboven beschreven te vermijden!
Een stad die we ook niet willen missen is Melbourne. Overal beschreven als een groene en erg leefbare stad. Ook een stad met 5 grote sportstadions vlakbij het centrum, reden genoeg voor mij om er nooit meer weg te gaan! We vertrekken uit Sydney met de bus, een trip van 12 uur die door een platte band en problemen met de remmen uiteindelijk een trip van 16 uur zal worden. We belanden wederom in een slechte hostel (vies vuil en vettig) en doen de komende 3 nachten geen oog dicht omwille van de luidste snurker ooit (net boven Nele gelegen). Een beetje minder zuipen was dan ook ons advies aan de jongeman in kwestie. Zijn reactie: ik kan er niet aan doen.
In Melbourne ontmoeten we ook enkele oude bekenden. Kai en Iris (bekend van de Christchurch bus) waarmee we vanaf Perth een auto zullen huren om de kosten wat te drukken. Met hen spenderen we anderhalve dag in de staatsbibliotheek (gratis & snel internet) om het programma voor de komende dagen/weken wat samen te stellen. Ook Clemence en Mickaël (bekend van de duikschool in Thailand) zien we hier terug. Zij wonen ondertussen in Melbourne en waren op zoek naar werk tot ze hebben beslist dat hun wereldreis hen toch wat te lang duurt en dat ze dan maar vroegtijdig naar Frankrijk zullen terugkeren (iets wat wij vooralsnog niet van plan zijn). Zij tonen ons een restaurant dat werkt op donaties, je mag maw betalen wat je wilt voor je ontbijt/lunch/diner. Het hoeft niet gezegd dat we hier een groot deel van onze maaltijden zullen doorbrengen. Mickaël, een vrolijke frans, blijft ook volhouden dat hij ons met gemak kan leren surfen (te weten, hij is zelf een beginner). Die uitdaging gaan we aan en op zondag trekken we samen naar Torquay, een bekend surfstrand. De resultaten vallen een beetje tegen, maar pret hebben we wel gehad daar in het water. Het waren good waves dude, wat zoveel wil zeggen als serieuze kleppers. Nu was ik al wat gewoon van tijdens mijn carrière als professioneel Bodyboarder aan de Spaanse Costa Brava (waar ik regelmatig mijn broer en vader het nakijken gaf in dit kleine broertje van de surfsport) maar hier zijn de golven toch nog van een iets ander niveau. Een leuke sport, maar toch nog even afwachten of we dit nog meer gaan proberen...
Ook in Melbourne maken we ons groot debuut in de wereld van het couch surfen. Via een website kan je aan locals vragen of je één of meer nachten op hun zetel mag slapen. 2 grote voordelen: Je ontmoet locals i.p.v. andere toeristen en je bespaart verblijf in een veel te dure hostel. Rosey en Jason nemen ons voor 2 nachten in huis maar doen veel meer dan dat. Ze nemen ons mee naar de beste plekjes in het nabij gelegen Dandenong Ranges National Park waar we op eigen houtje nooit zouden geraken. Ook eten we er kangoeroe op de Barbie. Lekker maar aangezien we ondertussen al enkele schattige Wallaby's of Kangoeroes hebben gezien, vermoedelijk ook de laatste keer! Vanaf nu gaan we trachten doorheen Australië en Zuid-Amerika te couch surfen tegen de sterren op!
Ondertussen zijn we onderweg naar Adelaide (waar we weer zullen couch surfen) in een kleine campervan die we huren op Relocation basis. Wat we eigenlijk doen is voor de maatschappij een campervan (alles erop en eraan) van Melbourne naar Adelaide brengen (waar ze hem harder nodig hebben). We krijgen hiervoor 3 dagen en slechts een beperkt aantal kms, maar betalen slechts 5 AUD/dag {ipv ..., wel met 18 AUD te vermeerderen voor de verzekering! ;-)} en krijgen een groot deel van de benzine terugbetaald. Een strakke deal want op deze 3 dagen kunnen we makkelijk de befaamde Great Ocean Road én het Grampians National Park in de route opnemen. Dolle avonturen hier want we hebben pech met het weer gehad op de GOR. Zo zagen we o.a. de Twelve Apostels in de gietende regen en bakten we pannenkoeken onder een afdak. Sliepen we naast een door Kangoeroes bevolkt cricket veld en werden we bekeken door spinnen terwijl we onze afwas stonden te doen. De uitstap naar het Grampians NP bleek dan weer een maat voor niets want door grote overstromingen in januari was het park nog steeds grotendeels gesloten. En om alles nóg spannender te maken smokkelen we onze groenten en fruit over de staatsgrens Victoria- South Australia, ten strengste verboden!
Of we heelhuids in Adelaide aankomen (al dan niet geboeid) lezen jullie in het volgende verslag!
Zoenen
Nele en Tim
REACTIES
Elke zegt 35 dagen 7 uur geleden:
ziet er weer geweldig uit daar, behalve de spinnen dan;
ik hoop dat ik met Luc Moonen mee mag, als hij ooit terug gaat :-)
hilde en hugo zegt 36 dagen 15 uur geleden:
Dag lietste meter en nonkel Tim
Horen jullie het al volgend jaar?
Ik geloof dat je van deze staffe verhalen een boek kunnen uitgeven.Volg de goede richting voor mooie en boeiende avonturen.
Groetjes Hilde
Swaelen zegt 38 dagen 8 uur geleden:
Naar t schijnt ligt surfen toch vooral in het verlengde van snowboarden. Waarin precies niet al te veel mensen het nakijken gegeven werden. Wel hilarische filmpjes van den boardercross daarentegen.
Guntros zegt 38 dagen 21 uur geleden:
En de correcte verwoording is... Let`s put another shrimp on the barbie!!!!! Hoeveel keer moet ik dat verdorie nog in men mails zetten???
Ik hoop alvast dat dit de laatste keer was,
G.
Kenneth zegt 39 dagen 8 uur geleden:
tzijn wel Narly wave`s dude!!! en gij gaf mij zeker niet het nakijken tijdens het bodyboarden :-p
Luc Moonen zegt 39 dagen 10 uur geleden:
Nele, Tim,
Ik zou zowieso ook het Noorden van Oz aanraden. Kakadu NP, Katherine Gorge, Litchfield NP , Darwin ,
Alice Springs zijn plaatsen waar je MOET geweest zijn!!! The Red Centre is inderdaad ook cool.
Dit wou ik jullie toch maar even zeggen. Als ik terug ga, bezoek ik dit allemaal zeker terug.
Groetjes,
Luc
Woelige tijden
Dit zal een verhaal worden dat wij later aan onze kleinkinderen kunnen vertellen. Het gaat als volgt...
Het begon allemaal toen we geen kiwi zagen op Stewart Island! De rest van onze avonturen rond Christchurch op het Zuideiland vertelden we al in ons vorig verhaal. Nu gaan we verder met onze belevenissen na de ferry tussen Picton en Wellington.
Het beklimmen van Mt Taranaki moest één van de hoogtepunten van Nieuw Zeeland worden. De Maori legende zegt dat deze 'kleinere kopie van Mt Fuji in Japan' heeft moeten vluchten van zijn liefdesrivaal Mt Tongariro nadat hij een duel om zijn geliefde Mt Slons had verloren. Ondanks dat dit feit zich miljarden jaren geleden heeft afgespeeld is meneer hier nog steeds zo droevig om dat hij regelmatig een potje moet huilen en zich dan in een dik wolkenpak hult. Kortom, goed weer om de top te beklimmen is redelijk zeldzaam. Wanneer wij er net na de middag arriveren is het er zonnig. De weg naar de top is echter lang, te lang om diezelfde dag nog te ondernemen. In samenspraak met de plaatselijke ranger en het positieve weerbericht beslissen we de beklimming voor de volgende dag in te plannen. Vriendelijke mensen daar, want ze stellen zelf voor om de nacht door te brengen op hun parking om de volgende dag geen tijd te verliezen. Die namiddag trekken we nog naar New Plymouth. Daar gaan we op zoektocht naar iemand die ons kan helpen met Rugby, en dan vooral waar en wanneer er een toffe match wordt gespeeld die we kunnen bijwonen. Het plaatselijke sportkafaat kan ons daar wel bij helpen, en even later weten we waar we de volgende zaterdag heen moeten: Hamilton.
Wanneer we in New Plymouth rondlopen, valt ons oog opeens op een affiche waar een hond een biljet van 17 miljoen dollar aan zijn baasje komt aanbieden. Het betreft hier een affiche van de Lotto Powerball trekking. De hond in kwestie lijkt erg op Fiji (onze viervoeter-vriend vanop Phuket) en ik zie hierin een voorteken! Het kan niet anders dan dat wij die dikke Jackpot gaan winnen, dus koop ik een ticket. Die nacht vallen we in slaap op de parking aan de voet van Mt Taranaki dromend over wat we allemaal met 17 miljoen dollar kunnen doen.... Om de volgende morgen gewekt te worden door een stevige plensbui. Weerman/vrouw is officieel het belachelijkste beroep ter wereld. Die beklimming kunnen we al snel vergeten en ontgoocheld druipen we af richting het Taupo meer. Hier micro-kamperen we naast een riviertje, een gratis camping die meerdere andere reizigers ons al hadden aangeraden, en terecht.
De volgende dag rijden we door naar Matata waar we kamperen op de enige DOC camping met warme douche, grenzend aan de zee en een waterpoel met veel verschillende watervogels. Je zou er zelfs dolfijnen kunnen spotten. Zoveel geluk hadden we niet, maar dat vonden we zelfs niet zo erg. Een camping die ons ons hele leven zal bijblijven! De camping beheerder blijkt dan in een vorig leven nog camerareparateur geweest, een nieuw mirakel lijkt in de maak... Jammer genoeg mogen we alle hoop over onze camera laten varen. Niet meer te fixen, of tegen een duurdere prijs dan een nieuw toestel is het verdict.
En het kan nog erger: na enkele kms rijden merken we een scheurtje in de voorruit op. Alarmerend want cheap bastards als we zijn hebben we de extra verzekering bij de huurprijs niet willen betalen wat wil zeggen dat we voor alle schade tot 2000 NZD moeten instaan. Als dit scheurtje even later gegroeid blijkt te zijn naar een dikke 15 cm vinden wij het hoog tijd om de plaatselijke Carglass te bezoeken. Wat we vreesden blijkt al snel waarheid. Een dergelijke scheur valt niet te herstellen, de voorruit moet worden vervangen. Gegokt en verloren heet zoiets dan zeker? Gokken is dom, een fout die we vermoedelijk niet snel meer zullen maken! Extreem balend rijden we met een gescheurde voorruit (veilig ermee rondrijden is geen probleem, dus stellen we de operatie uit naar de laatste dag Nieuw Zeeland) naar het Coromandel Peninsula waar we onze zorgen willen vergeten met een wandeling naar de 'Pinnacles'. Het hoogste punt van het schiereiland met, jawel, een uitzicht.
Dat uitzicht was prachtig! De klim wederom uitdagend, maar eigenlijk voor ons retestrak getrainde spieren geen enkel probleem meer (ok, een beetje dan). Eenmaal beneden zijn we blij met wederom een fijne dag waar we de voorruit problemen even van ons af hebben kunnen zetten. De donkere wolk boven onze hoofden die ons stond uit te lachen hadden we duidelijk niet opgemerkt... Aangekomen aan de parking slaat de schrik mij heel even om het hart, ik zie onze auto helemaal niet staan? Een paar stappen later doemt hij gelukkig op door de ramen van de vette jeep waarachter hij geparkeerd stond. Met een glimlach draai ik mijn hoofd naar Nele die links van mij loopt en al een beter zicht op de auto heeft. De volgende fractie van een seconde zal ik nooit meer vergeten. Nele slaat in paniek en ook ik zie snel waarom. De achterruit ligt ingeslagen half in en half uit de auto. Er is ingebroken! Een mix van ongeloof en angst is wat er dan meteen volgt. We meten de schade op: naast de achterruit ligt ook de ruit vooraan links eruit. Het handschoenkastje is geplunderd en wat daar te rapen viel hebben ze ook gevonden. Mijn portefeuille (inclusief lotto formulier) en de iPod zijn verdwenen. In de koffer is de schade echter nog groter. Als eerste reactie gaan we op zoek naar de computer (waarop alle foto's ed staan) en we zijn ergens opgelucht wanneer we deze samen mét de harde schijf onder onze slaapzakken vinden. Dat onze rugzakken met al onze kleren uit diezelfde koffer verdwenen zijn merken we zelfs maar een halve minuut later op. Ook onze chips en koekjes zijn verdwenen, de ajuinen en het brood hebben ze dan weer wel laten staan. Daar staan we dan, zo'n 20 km van de dichtstbijzijnde stad met gsm bereik op een verlaten parking. We proberen het hoofd koel te houden en stoppen onderweg bij verschillende campings om aan de aanwezigen te vragen of ze toevallig niets hebben gezien. 2 jongens getuigen dat ze een auto met 5 jongeren hebben gezien. De auto was 'cheap' en de inzittenden nog 'cheaper'. Bij het DOC office zelf vinden we onze geneesmiddelen en mijn portefeuille (weliswaar leeg) terug. Gevonden en daar gebracht door een toevallige voorbijganger.
Dit alles vertellen we aan de politie van Thames. Deze raden ons aan in een hostel te overnachten en de volgende morgen ook zelf nog eens naar de plaats van de misdaad te trekken. Het feit dat er al enkele zaken terug zijn gevonden wil waarschijnlijk zeggen dat er nog meer te vinden moet zijn. En inderdaad, een halve dag zoeken (in de af en toe gietende regen om het allemaal nog dramatischer te maken) vinden we een volle plastic zak terug. 1 onderbroek, een short, de tandenborstels, het broekje van Nele haar bikini... kortom van alles zonder grote waarde. Tegen 13u vertrekken we, nog steeds in de regen, zonder enkele van onze ramen naar Auckland waar we onze auto mogen omwisselen. Net voor sluitingstijd draaien we daar de parking op! We betalen de extra verzekering voor de laatste 4 dagen huur (!), en vertrekken alweer naar Hamilton. We hadden immers al tickets gekocht voor het Rugby aldaar. We hebben er weinig zin in maar beslissen toch om te gaan. We kijken naar een wedstrijd tussen de Waikato Chiefs (NZ) en de Melbourne Rebels (AUS) in de Super 15. Dit is een liga waarin selecties van Nieuw Zeelandse, Australische en Zuid-Afrikaanse provincies het tegen elkaar opnemen in een soort 'champions league'. De wedstrijd is best ok (weinig tegenstand van de Rebels wel) en we zien enkele All Blacks aan het werk. Mijn buurman in de tribune gelooft er alvast in dat het Nieuw Zeelandse nationale team het WK Rugby eind dit jaar in eigen land zal kunnen winnen.
In een poging wederom een camera te scoren voor enkele foto's (onze gedwongen tactiek sinds een week of 2) botsen we op Johan en Leonie, een Nederlands koppel. Al snel in het gesprek leggen we hen onze situatie uit. Na de wedstrijd nemen zij ons mee naar het clublokaal van de plaatselijke fanclub in het stadion en trakteren er ons op een Grote Pint! We praten wat over reizen en vergeten zo even onze miserie. Bij het verlaten van het stadion krijgen we dan opeens telefoon van de Thames politie! Ze hebben de auto uit de beschrijving tegen kunnen houden en hebben er de gestolen bankkaarten, sokken en onze vaccinatieboekjes teruggevonden. Of we de volgende dag even konden langskomen om een en ander te identificeren... ok dan! Van Johan en Leonie krijgen we dan nog een oplader op zonne energie voor onze gsm en met de belofte dat het bij een volgende ontmoeting aan ons is om te trakteren nemen we afscheid. Als jullie dit lezen: de oplader is nog steeds springlevend! Deze komt ooit weer in Utrecht terecht, beloofd! Ook in onze hostel niets dan medeleven. Leuk want dat heb je op zo'n moment echt wel nodig!
Terug naar Thames dus... We vertrekken ruim op tijd zodat we ook nog even langs het DOC office kunnen rijden om te checken of daar misschien nog iets gevonden werd. Nog voor we uit de auto sukkelen, roept de ranger ons al toe of we haar e-mail al gelezen hadden? Onze rugzakken waren teruggevonden, mét een hele hoop kleding. De hemel klaarde al een beetje open! In het politiebureau bleek het merendeel van onze kleren inderdaad terecht. Zelfs Nele's bril werd teruggevonden. De iPod, ons fototoestel (niet heel erg want toch kapot), een geheugenkaartje, een resem kleding (vermoedelijk nog ergens in de bossen rond het DOC office), onze wereldadapter en andere technologische snufjes zoals onze slotjes zien we waarschijnlijk nooit meer terug. Nele vindt dan nog wat bloed terug op haar rugzak, niet onbelangrijk want de politie wil zoveel mogelijk bewijzen verzamelen die enkele verdachten aan de diefstal kunnen linken. Enkel zo kunnen wij misschien nog een schadevergoeding terugvorderen. Veel hoop hebben we daar echter niet meer op, duimen maar! Al bij al hebben we nog geluk gehad... hoe het ook afloopt over 1 ding zijn we heel tevreden:
Niemand heeft vorige week de Jackpot van 17 miljoen gewonnen!!!
Zoenen
Nele en Tim
PS: Schapen scheren bleek moeilijker dan gedacht en de apotheek opdracht is een gedeeld gelukte. Het personeel wou niet mee op de foto en omwille van een kapotte camera hebben we geen tweede kans meer gekregen. Jammer maar helaas...
REACTIES
johan en leonie zegt 47 dagen 2 uur geleden:
he nele en tim,
wat super dat jullie je rugzakken weer terug hebben. wij, als mede backpackers, kunnen ons heel goed voorstellen hoe rot het is als zoiets je overkomt. gelukkig is het toch nog redelijk goed
afgelopen!
wij zitten nu inmiddels in melbourne. vandaag hebben wij met een beetje pijn in het hart Nieuw Zeeland weer verlaten. waar zitten jullie?
groetjes johan en leonie
guntros zegt 55 dagen 6 uur geleden:
zijn nog straffere verhalen dan een gemiddelde middag op intermodal... in analogie van die sagas, volgens mij gewoon voetjes int water, poep int zand en schrijven maarrrr, tijdterwijl luisterend
naar de fine young cannibals op die iPod... tsss...
wendy zegt 55 dagen 7 uur geleden:
amai , straf verhaal . Gelukkig hebben jullie nog iets kunnen recupereren. dikke kussen xxx
Chris zegt 55 dagen 15 uur geleden:
woelige tijden, als je dat alles samen (over)(be)leeft dan kan je met een gerust hart klein(e)kinderen plannen die jullie verhalen graag zullen horen en misschien zelfs in jullie spoor willen
(ver)trekken. Tegen die tijd (en dat gaat rapper dan je denkt) zullen jullie dan weer uitzien naar hun verhalen.
filip zegt 55 dagen 19 uur geleden:
Zijn geliefde Mount Slons....?!
Hoe toevallig kan een naam zijn ?
Ben blij dat jullie toch een hoop spullen hebben kunnen recupereren.
Wat betreft die verzekeringen, better safe than sorry mate...;-)
Keith zegt 55 dagen 19 uur geleden:
Och zot, de Waikato Chiefs gewonnen ofwa?! Bangelijk!