Nele & Tim de wereld rond!

El Aventura Boliviano

Maar het verslag had ook jongens jongens jongens, wat maken we hier weer allemaal mee kunnen heten.

Na een extreem trage grensovergang Argentinië – Bolivia maken we een eerste drastische beslissing. Het Zuidwesten van Bolivia is ondergesneeuwd (blijkbaar erg uitzonderlijk, ondanks een gemiddelde hoogte van +3000m) en de belangrijkste attracties daar zijn maar moeilijk of gewoon niet bereikbaar. De bekende Salar de Uyuni en de Laguna Colorada met zijn flamingo’s worden uitgesteld, hopelijk betert het weer en kunnen we dit absolute hoogtepunt van ieders reis naar Bolivië alsnog meemaken.

Gelukkig hadden we Frank nog. Frank is een collega van mijn (Tim) vader en staat bekend als de heldhaftigste brandweerman (pompier) van Antwerpen en omstreken. Hij is erg bekend in Bolivia en meer specifiek in Tarija, een zusterstad van Brasschaat. Daar heeft hij vele contacten die hij in de dagen voor onze komst allemaal lijkt af te bellen om ervoor te zorgen dat we daar goed opgevangen worden. En of dat lukt! We kunnen voor de duur van ons verblijf in Tarija terecht in Hospedaje Belgica bij Cira. Cira is gemeenteraadslid in Tarija en heeft aldus een druk beroepsleven. Toch maakt zij tijd vrij om twee, uiteindelijk onbekende, Belgen het op alle mogelijke manieren naar hun zin te maken. Cira woont samen met haar dochter Gabriella en krijgt bijna dagelijks het bezoek van haar twee andere dochters en hun gezinnen. Ze geniet hier duidelijk van (zoals elke grootmoeder zeker?) en wij worden gedurende een kleine week gewoon mee opgenomen in die familie. Ster van de familie is de kleine Junior, een schattig hondje van zo’n 4 maanden oud. Nele, tegenwoordig erg in de ban van alles en iedereen van ongeveer 4 maanden oud, is meteen verkocht. Dat deze rakker de komende dagen een gat(je) in haar beide broeken zal bijten wordt met de glimlach vergeven. Straf als je weet waar ik de laatste tijd allemaal voor naar men voeten krijg…

We zitten niet stil in Tarija. Cira houdt evenveel van Tarija als wij van onze kathedraal en wil dit op ons overdragen. o.a. bezoeken we de stad (in koloniale stijl, erg gezellig), krijgen we zowat alle lokale specialiteiten voorgeschoteld, maken we een wandeling langs het plaatselijke Inca-pad en krijgen we een rondleiding in de brandweerkazerne. Waar mogelijk worden we zelfs rondgereden in een auto van ’t stad. Het zal niemand verbazen dat het moeilijk was afscheid te nemen na zulke gastvrijheid. Gelukkig niet voordat wij (Nele met sous-chef Tim) voor de hele familie een redelijk Belgisch getinte ovenschotel konden koken (even duiden: nog geen 11 € voor 9 personen, en er was over). We kwamen natuurlijk eerder al in contact met locals, maar nog nooit op zo’n leuke manier! Nog een laatste keer: met special thanks to Frank!!

Met een rugzak tjokvol tips over de rest van het land verlaten we Tarija richting Potosi, de hoogste stad ter wereld. Dit voelen we serieus aan onze sjokkedijzen. Die eerste dagen hebben we het zowaar moeilijk een straatje met lichte hellingsgraad te overwinnen. Vreemd gezien onze huidige topvorm. Potosi staat vooral bekend om zijn zilvermijnen. De Spaanse Conquistadores waren de eersten die hun houwelen in de zogenaamde Cerro Rico zetten. De legende gaat dat ze in die tijden een zilveren brug naar Spanje hadden kunnen bouwen, en nog steeds zilver over zouden hebben om eroverheen te transporteren. Zot. Tegenwoordig blijven er naar die maatstaven enkel nog wat kruimels over, maar dat belet zo’n 15.000 mijnwerkers niet er dagelijks hun brood (?) te verdienen in de meest erbarmelijke omstandigheden. Toeristen (zo ook wij) kunnen een ochtend de niet al te gezonde sfeer opsnuiven in een mijntour. Conclusie: wij werken er liever niet! Rond Potosi bezoeken we ook nog het Ojo del Inca, een warmwaterbron (meertje) op 3600m hoogte. Dit meertje werd ontdekt ten tijde van, jawel, de Inca’s en in die tijd reisden de keizers vele honderden kms om er te baden. Tegenwoordig zwemmen de locals er echter niet meer omdat het meer in verband wordt gebracht met enkele geheimzinnige verdwijningen. Onder het 22m diepe meer zou zelfs een hele stad verborgen zitten (volgens ons kunnen ze gewoon niet zwemmen). De meeste toeristen hebben daar zo geen last van en plonzen er alsof het een lieve lust is. Ook werd er al even getraind op de Boliviaanse opdracht in het Titicacameer. Foto’s hiervan werden gemaakt maar kunnen niet weergegeven worden om gevoelige en/of jonge kijkers niet te choqueren...

Allemaal erg mooi ware het niet dat de Bolivianen iets kennen van vervuilen. Het is hier blijkbaar de cultuur alles (écht alles) zomaar op straat te smijten, eigenlijk liefst nog náást de straat in de vrije natuur (zo ook in het Ojo del Inca, de Incakeizers draaien zich om in hun graf). Ook de hygiënische standaarden zijn hier een beetje euhm, anders. Een van de topmomenten van onze reis beleefden we in Potosi toen een kleine jongen in onze micro (busjes die hier doorgaan als openbaar transport, steeds tot de nok gevuld met passagiers) nogal nodig “moest”. Oplossing: raam open en al staande op de bank uit het raam van een rijdende auto plassen. Met de Bolivianen kan je lachen, dat staat vast. Overigens niet de eerste keer dat we te maken kregen met “open en blote wildplassers” (meestal volwassenen trouwens). Toch is het de vervuiling die ons hier het meeste stoort. Zulk een prachtig land, maar de bewoners trekken er zich geen ****** van aan. Triest.

Na Potosi slaan we onze tent op in Sucre. Enkel spreekwoordelijk, want tegenwoordig slapen we in enige luxe. Dorm rooms bestaan hier amper dus hebben we tegenwoordig meestal een eigen kamer. Wel meestal met gedeelde badkamer (warm water optioneel) én internet (verbinding optioneel). Sucre is, dat weet iedereen, de hoofdstad van Bolivia. De president en de voltallige Boliviaanse economie verblijven echter in La Paz wat Sucre een beetje tot een slaperig provinciestadje maakt. Gezellig, dat zeker, maar voor ons niet de zinderende stad met prachtige witte gebouwen aan de rand van de Andes waar ze vaak voor versleten wordt. Wel erg tof: de Mercado Central. Ons lijkt het op een bijenkorf. Groenten, fruit (en verse sapjes, lekkerrr), brood, vlezekes, dvd’s, coca, alles wat een Boliviaans hartje begeerd is er verkrijgbaar. Rond de noen is het er extra druk aangezien de hele stad hier zijn Almuerzo (lunch bestaande uit soep en hoofdgerecht) komt nuttigen.

In Sucre komen we in de verleiding een driedaagse trektocht in de omgeving te maken. We besluiten dit niet te doen en dan komt alles even in een stroomversnelling. Zo snel als u deze vorige zin heeft gelezen staan wij buiten het reisbureau en zitten we op een bus richting La Paz. Hoog tijd om wat uit te wijden over busreizen in Bolivia. Kwatongen beweren dat deze niet al te veilig zijn. Wat betreft sommige wegen kunnen we dit misschien wel bevestigen. De meeste zijn in nogal slechte staat, met een hobbelige reis tot gevolg. Gelukkig rijden de meeste bussen ’s nachts zodat we niet echt kunnen zien naast wat voor afgrond onze bus even achteruit manoeuvreert om een scherpe bocht toch nét wel te kunnen nemen. Een wederkerend probleem op elke busrit tot nu toe: overboeking. Altijd zijn er mensen met hetzelfde zetelnummer op hun ticket, met soms heftige discussies tot gevolg. De medewerker van de busmaatschappij lost zulk probleem meestal professioneel op door weg te lopen. Een van de kemphanen zal dus recht moeten blijven staan, eigenlijk altijd diegene die laatst opstapt. Vroeg opstappen is hier dus de boodschap.

La Paz is, dat weet iedereen, de bekendste stad van Bolivia. Ook hier hebben we een contact via Frank. Mary Luz vangt ons op en ook hier met verve. Ze gaat met ons naar pre-Inca ruïnes in de buurt en doet daar wat ze er al jaren doet: gidsen. We vinden er eigenlijk niets aan (nen hoop stenen) maar dat durven we haar natuurlijk niet te vertellen. Ook loopt ze met ons enkele reisbureaus af waar we info krijgen (en vriendenprijsjes bekomen) over activiteiten die we nog in en rond La Paz willen doen.

En dat beloven serieuze kleppers te worden, maar daarover vertellen we een volgende keer maar weer…

Zoenen

Nele y Tim

Reacties

Reacties

Hihu@telenet.be

Jullie zien dan wel mooie en onbeschrijfelijke dingen, maar wij hebben dinsdag het grootsche wereldwonder gezien namelijk jou(Nele) metekind.
Een wolk van een kind dat je opwacht in september.
groetjes Hilde

verschelden.hilde@telenet.be

Ik heb net ontzettend genoten van jullie verhalen en foto's. Schitterend wat jullie allemaal meemaken.
Nog heel veel moois toegewenst voor de komende weken en dan is er ... de lieve, flinke Mattias.
Groetjes, Hilde en Geert

Marina en Guido

Nele , een gelukkige 25 ste verjaardag!!
Nog veel plezier samen en geniet er nog van.

Groetjes,mama en papa

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Hamba