Rode romantiek
Kan het eigenlijk nog beter in Australië dan het Great Barrier Reef? We verlaten Cairns in een nieuwe relocation camper om dat te ontdekken. Weer leggen we ontelbare kilometers af langsheen een landschap dat snel begint te vervelen. De algemene conclusie is dat Australië gewoonweg té groot is, hier zou men toch wel eens iets aan mogen doen! Deze camper brengt ons in sneltempo via de kortst mogelijke weg naar Alice Springs, de zelfverklaarde toegangspoort naar het beroemde Red Centre (deze keer wel juist geschreven).
Wat we zullen onthouden van deze 4 daagse rit:
- Een arend die wegvliegt met zijn prooi, zijnde een slang
- Een aangereden koe langs de weg (eens iets anders)
- Onze passage doorheen Mt Isa, de grootste stad ter wereld!! (oppervlaktegewijs dan toch)
- De Devils Marbles, onze enige echte geplande toeristische stop gedurende 2380 km
- Een ontmoeting met een Dingo aan diezelfde Devils Marbles
- De ongelooflijke luxe van onze camper voor 5 personen (maar liefst 3 dubbele bedden)
Geen hoogvlieger kortom! Wanneer we in Alice Springs aangekomen enkel zatte, tierende, niet zo fris uitziende (sorry, meer kunnen dit écht niet verbloemen) Aboriginals aantreffen (in de “grote” winkelstraat dan nog) twijfelen we toch even of we de goede keuze hebben gemaakt.
Gelukkig starten we de volgende dag meteen een 3 daagse kampeertrip naar Uluru en Kings Canyon. De rit van Alice Springs naar Uluru NP duurt zo’n 4 uur en gids Ray vraagt alle aanwezigen even aan de micro om zichzelf kort voor te stellen. Iedereen doet hier vlot aan mee en de spits wordt afgebeten door Jeremy, een homo uit Sydney. Het allergrootste figuur dat we op onze reis mochten ontmoeten tot hiertoe, zonder enige twijfel! Zijn grappige manieren en ronduit schokkende uitspraken zorgen ervoor dat de ganse bus meteen plat gaat, de trend werd gezet voor de ganse trip. De rest van het gezelschap bestaat uit een viertal Duitsers, minstens evenveel Zwitsers (een homofoob volk blijkbaar, bijzonder grappig) een Slovaakse, 6 Aziatische meisjes (een makkelijk publiek voor extreem flauwe grapjes mijnentwege) en 2 Nederlandse meisjes. Het groepsgevoel brengt het beste in iedereen naar boven en het mag gezegd worden, we maken plezier. In deze low budget tour verwacht men van elke deelnemer hulp bij het koken, afwas, kampvuur etc. en Ray weet ons dan ook constant te entertainen.
Wat we te zien krijgen is natuurlijk ook niet mis. Na een eerste keer Uluru oftewel Ayers Rock op foto vast te leggen rijden we naar Kata Tjuta oftewel The Olga’s. We maken er een prachtige wandeling doorheen The Valley of the Winds en keren dan terug naar Uluru om er de zonsondergang mee te maken, romantisch (volgens Jeremy). We keren terug naar ons basiskamp en nuttigen ons diner (BBQ met oa Kamelenworsten) bij het kampvuur. Kort na de afwas verdwijnen de eersten naar hun swags. We slapen immers onder de sterrenhemel en doen dit in ware pioniersstijl. Naar uitstekende gewoonte kruipen wij zowat als laatste onder de euhm… canvas voor een korte nachtrust.
Om 5 uur gaat de wekker (Ray slaat wat pannen rond onze oren) en we reppen ons om de zon te zien opkomen bij Ayers Rock (romantisch, volgens Jeremy). Een prachtig kleurenspel later worden we in het Cultureel Centrum gedropt om snel wat bij te leren over onze vrienden de Aboriginals. Tot 70 jaar geleden leefden deze nog gewoon zoals oudsher rond hun rots, tot één of andere toerist vanboven in één van de waterholen heeft gezeken en zo de enige waterbron voor de bewoners heeft vervuild (zo heb ik het alvast begrepen). Hierna kregen we de keuze tussen een wandeling rond Ayers Rock of de steile beklimming ervan. Voor de Aboriginals is Ayers Rock heilig en eigenlijk vragen ze dat je ze niet beklimt. Wij en 8 anderen negeren dit verzoek compleet en beslissen dit toch te doen. Voor ons in ieder geval de moeite waard. Enorm steil op sommige stukken ook, maar fit als we zijn was dit geen enkel probleem.
De rest van de dag brengen we door in ons busje en spelen we spelletjes. Tegen valavond bereiken we ons nieuwe kamp in de buurt van Kings Canyon. Vrij vertaald uit het Aboriginees verbleven we in het “Huilende Dingo kamp”. Niet gelogen bleek niet veel later! Sommige meisjes uit de groep zagen er dan al een beetje tegenop om te gaan slapen. Na het wederom uitstekende diner gevolgd door een rondje marshmallow roosteren aan het kampvuur bekende Ray dat zijn groep een week eerder het bezoek had gekregen van enkele Dingo’s. Deze snuffelden dan lustig aan swags en trokken de camping rond op zoek naar voedsel. Maar geen nood, zolang het kampvuur aan de gang blijft durven ze niet dichter te komen. Perfecte timing want op dat moment werd het laatste restje brandhout opgediept en op het vuur gesmeten. Kort nadat iedereen was gaan slapen werden we dan getrakteerd op luid gehuil uit de bosjes vlakbij. Jammer genoeg (voor ons dan, sommigen dachten daar heel anders over) was dat het laatste dat we hoorden en/of zagen van deze zwervers.
We mochten een kwartiertje langer slapen van Ray alvorens we richting Kings Canyon voor een nieuwe zonsopgang (romantisch, volgens Jeremy). Kort daarna vertrokken we voor een wandeling van 6km die uiteindelijk net geen 4 uur zou duren. Wederom dik de moeite! Dit bewijzen de in totaal bijna 350 foto’s die we op 3 dagen tijd (weeral) hebben genomen De tour zat er dan eigenlijk op. Een 5 uur durende busrit later arriveerden we dan weer in onze hostel te Alice Springs. Zoals dat gaat na een tour gaat het merendeel achteraf eten en enkele (?) pinten nuttigen. Zo ook deze keer, en dat hebben ze in Alice Springs geweten…
Zoenen
Nele en Tim
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}